1. De juiste maat
Zorg ervoor dat je schoenen de juiste maat hebben. Als je nieuwe schoenen aankoopt is het aangeraden om wat lengtetoeslag te voorzien. Hierdoor krijgt de voet voldoende ruimte bij het stappen. Bij volwassenen wordt een lengtetoeslag van 8 tot 10 mm aangeraden.
2. De juiste breedte
Je schoenen dienen de juiste breedte te hebben. Ter hoogte van de bal van de voet be-vindt zich het breedste punt, daar mag de schoen zeker niet knellen. Voorzie ook voldoen-de hoogte voor de tenen!
3. Uitneembare binnenzool
Indien je functionele zolen draagt, kies je het beste voor een schoen met een uitneembare binnenzool. Op die manier creëer je meer diepte in je schoen. Zo vermijd je dat je hiel te hoog zit in de schoen en dat de wreef en tenen van voldoende ruimte voorzien zijn.
4. Stevige buitenzool
Je schoenen mogen alleen maar buigen ter hoogte van de bal van de voet. De buitenzool dient dus voldoende stevig te zijn en mag niet plooien in het midden van de schoen.
5. Maximale hakhoogte
Hakken dragen is niet verboden, daarentegen speelt de hakhoogte wel een grote rol. De maximale aangeraden hoogte bedraagt 2,5 cm tot 3 cm. Opteer ook liever voor een brede hak. Zo wordt het contactoppervlak van de hiel gro-ter en vermijd je instabiliteit van het onderbeen.
6. Aangepaste sluiting
Kies een schoen met een aangepaste sluiting, bij voorkeur één met veter- of velcrosluiting. Doorheen de dag kunnen voeten zwellen. Dankzij de veters of velcro’s kan je de schoensluit-ing aanpassen. Knoop steeds je veters, anders ondervind je geen enkele stabiliteit van de schoenen!
7. Passende hielomsluiting
De ideale schoen is achteraan gesloten. De hielomsluiting, of contrefort, is niet indrukbaar en heeft een goede pasvorm rond de hiel.
8. Zo weinig mogelijk naden
Schoenen met zo weinig mogelijk naden binnenin zijn aangeraden. Dit vermindert de kans op extra wrijving of druk op de voet. Voor diabetespatiënten en mensen met een verminderde doorbloeding is dit van groot belang!